Single-row steiger is niet geschikt voor de volgende situaties:
(1) wanddikte is kleiner dan of gelijk aan 180 mm;
(2) de gebouwhoogte bedraagt 24 m;
(3) lichtgewicht wanden zoals holle bakstenen muren en beluchte blokwanden;
(4) Bakstenen muren met metselwerkmortelsterkte -kwaliteit kleiner dan of gelijk aan M1.0.
(1) vóór de constructie van het stalen pijpsteiger van het koppelingstype, moet de lagercapaciteit van de structurele componenten van de steiger en de fundering van de staanders worden ontworpen en berekend door de bepalingen van deze code.
(2) Vóór de constructie van het stalen pijpsteiger van het koppelingstype wordt het ontwerp van de bouworganisatie opgesteld door de bepalingen van deze code.
(3) Naast het naleven van de bepalingen van deze code, moet het ontwerp en de constructie van de stalen pijpsteiger van het koppelingstype ook voldoen aan de bepalingen van de huidige nationale verplichte normen.
SCOFFOLDING -erectieproces:
1. Bij het oprichten van de steiger moet een basis of foundation worden toegevoegd en moet de fundering worden behandeld. De verticale polen van dit project worden direct ondersteund op de bodemplaat van de fundering of de oude grond aan de onderkant van de funderingskuil, en vervolgens wordt een houten ondersteuning toegevoegd. Het pad dat op het oude bodemoppervlak aan de onderkant van de funderingskuil is gelegd, moet stabiel zijn en niet opgehangen zijn. Bij het plaatsen van de basis moet een lijn en een liniaal worden gebruikt, en deze moet worden geplaatst en vastgelegd volgens de opgegeven afstand.
2. De volgorde van het oprichten van de stalen pijpsteiger is: Plaats de vegende staaf (een grote horizontale staaf dicht bij de grond, met een hoogte van 20 cm) → De verticale polen rechtstreeks rechtzetten en vervolgens de eerste grote horizontale staven instellen (snelle horizontale staven) de eerste grote horizontale staven ( → Installeer de eerste kleine horizontale staaf → Installeer de tweede grote horizontale staaf → Tijdelijke diagonale bracingstangen toevoegen (de bovenkant is bevestigd met de tweede grote horizontale staaf, die kan worden verwijderd na het installeren van twee wandstaven) het steigerbord.
3. De verticale polen moeten op gelijke afstand worden ingesteld en recht, en hun longitudinale afstand mag niet groter zijn dan 1,8 m. De horizontale afstand van de verticale polen is 1,0 m en de afstand tussen de verticale polen en de wand is 40 cm. De verticale afstand van de kleine horizontale staven (dwz de stapafstand van de steiger) is 1,8 m, de stapafstand van de onderste laag mag niet groter zijn dan 2m en de lengte van de kleine horizontale balken die zich uitstrekken van de binnen- en uiterlijke verticale polen mogen niet minder dan 30 cm en 15 cm respectievelijk zijn. Een schaarbeugel moet elke 9m aan de buitenkant van de steiger worden ingesteld en de hoek met de grond moet worden geregeld tussen 45 ° en 60 ° en continu van boven naar beneden worden ingesteld.
Posttijd: dec-02-2024